dinsdag 27 november 2012

Taalsystematiek: splitsen in zinsdelen

Wil je het splitsen in zinsdelen oefenen?


Onthoud het volgende: Alles wat voor de persoonsvorm staat of kan staan is één zinsdeel.

Zodra je dus weet wat de pv (persoonsvorm) is, maak je steeds (in je hoofd) een andere zin. Tussen de zinsdelen zet je streepjes.

Bijvoorbeeld:  Ik heb die strip op maandag aan Veerle gegeven.
  • Ik heb die strip op maandag aan Veerle gegeven.
  • Die strip heb ik op maandag aan Veerle gegeven.
  • Aan Veerle heb ik die strip op maandag gegeven.
  • Op maandag heb ik die strip aan Veerle gegeven.

De zinsdelen zijn dus: Ik | heb | die strip | op maandag | aan Veerle| gegeven.



Klik hier om te oefenen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten